Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ik zeide: Waar gaat gij henen? En hij zeide tot mij: [2]Om Jeruzalem te meten; om te zien, hoe groot haar breedte, en hoe groot haar lengte wezen zal. 2. Dat is, om te ordineren hoe groot, wijd en breed Jeruzalem wezen zou, hetwelk in het kort zou herbouwd worden; zie Ezra 6:3.